Meters
In het hoofdmenu onder ‘Werkbeheer’ kunnen meters aangemaakt worden. Een meter kan gebruikt worden om bijvoorbeeld de draaiuren van een object bij te houden en op basis van deze draaiuren via een checklijst preventief/periodiek onderhoud te starten.
Een meter kan gekoppeld worden aan een object. Dit kan of vanuit het object (tabblad ‘Meters’) of vanuit de meter zelf (tabblad ‘Objecten’).
Een meter heeft een aantal tabbladen.
Tabblad |
Functie |
Details |
Onder andere de metercode, de naam, de eenheid en de laatste/nieuwe stand kan hier ingegeven worden. |
Standen |
Hier staat de historie van de standen, op welke datum en door wie is welke stand genoteerd valt hier terug te kijken. |
Objecten |
De object(en) waaraan deze meter gekoppeld is. |
In het tabblad ‘Details’ staan een aantal belangrijke velden.
Veld |
Functie |
Code |
Geef de meter een unieke code. |
Naam |
Geef de meter een naam. |
Eenheid |
Geef de eenheid op waarin de stand wordt bijgehouden, bijvoorbeeld draaiuren of kilometers. |
Laatst bekende stand |
Toont de laatst bekende stand (de vorige stand). |
Datum laatst bekend stand |
Toont de datum waarop de laatste stand is opgenomen. |
Stand |
Vul hier de huidige (nieuwe) stand in. De laatst bekende stand wordt standaard ingevuld om fouten te voorkomen. |
Datum |
De huidige datum, de datum waarop de huidige (nieuwe) stand is opgenomen. |
Verschil |
Het verschil tussen de huidige stand, en de laatst bekend stand. |
Indien er stand gestuurd onderhoud wordt ingesteld bij een checklijst, is een meter verplicht.
De meterstand kan ook vanuit de werkorder bijgehouden worden. Koppel hiervoor de meter aan een object (of meerdere). In de werkorder komt rechts bovenaan een icoon tevoorschijn om een nieuwe meterstand op te voeren voor het object waarop de werkorder gemaakt is. Als het object meerdere meters aan zich gekoppeld heeft, kunnen hier ook meerdere nieuwe standen ingevuld worden.